Een Tegen 100

Het is zondagavond en de tv staat op de publieke omroep. Caroline Tensen verschijnt in beeld en in opdracht van de Postcode Loterij begint de tv-quiz Een Tegen 100. Een leuk vragenspel met makkelijke en moeilijke vragen verdeeld over tal van categorieën. En dat geldt ook voor de bordspelversie die Jumbo er van heeft gemaakt.

Basisidee hetzelfde
De opzet van Een Tegen 100 het bordspel is eigenlijk precies hetzelfde als de tv-show. Je hebt 1 speler die het opneemt tegen 100 (meestal fictieve) spelers. In de doos zitten 100 hoofdjes die verdeeld worden over de tegenspelers van degene in de stoel. Zijn er twee tegenspelers dan vertegenwoordigen ze dus elk 50 man. En dan mogen er vragen beantwoord gaan woorden in tal van categorieën. Per kaartje zijn er drie makkelijke vragen en een moeilijke. En je wint natuurlijk het spel door je 100 tegenspelers weg te spelen.

Inzetten
De speler die om het geld speelt heeft net als in de tv-show 3 escapes en een verdubbelaar. De escapes mag hij pas inzetten zodra hij geld heeft (dus pech als je niemand wegspeelt de eerste paar vragen). Het voordeel dat de tegenspelers nu hebben, is dat ze meerdere hoofdjes vertegenwoordigen. Stel je hebt 50 mensen om in te zetten en je weet het antwoord op de vraag niet, dan ben je niet meteen uitgeschakeld. Je kunt dan de mannetjes heel makkelijk over de drie antwoorden verdelen.

Achter een schermpje
Dat inzetten gebeurt achter een schermpje op een kartonnetje met drie vakjes (A, B en C). Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de speler op de stoel ziet welke antwoorden er door de andere spelers wordt gegeven. Nadat de tegenspelers hun antwoord hebben gegeven, is het de beurt aan de speler in de stoel. Als ook hij antwoord heeft gegeven, wordt er gekeken hoeveel mensen hij heeft weggespeeld. Geeft hij zelf een fout antwoord, dan is het spel voorbij.

De waarde van een speler
Met het wegspelen van tegenspelers wordt er geld verdiend. In het bordspel is dit opgelost door drie waarderingen in te voeren. De eerst 49 spelers zijn 500 euro waard, de 50e tot en met de 89e speler 1000 euro en daarna zijn de tegenspelers 10.000 euro waard. Een erg slimme manier om op te lossen dat er niet steeds hoeft te worden uitgerekend hoeveel de spelers op dat moment waard zijn.

De vragen
Het moeilijkste aan het maken van vragenspelletjes zijn de vragen. Zeker nu er een verschil is tussen makkelijke en moeilijke vragen. Hoe bepaal je wat een makkelijke vraag is en dus meer tot de algemene kennis behoort, en wat een moeilijke vraag is en er dus een beetje expertise aan te pas komt? Over het algemeen zijn de vragen in Een Tegen 100 van het juiste niveau, maar er zitten ook een flink aantal 'moeilijke makkelijke' vragen tussen. Categorie is Medisch. Makkelijke vraag. Welk deel van het lichaam wordt door glaucoom aangetast? A. de knie, B. het oog, C. de lever. We speelden het spel met vier man en niemand die het wist. Het antwoord op de vraag is overigens B.

Conclusie
Het grote voordeel van Een Tegen 100 is dat je het met zijn tweeën kunt spelen, maar ook met een grote groep mensen (zelfs met 100). Het is dus alleen aan een minimum verbonden. Het is een leuk vragenspel, het spelidee van de tv zit er goed in verwerkt (wat vaak wel anders is). En over het algemeen zijn de vragen van een goed niveau. Een zeer geslaagde vertaling van een tv-show naar een bordspel.