Petri

Door Astrid Pater

Een beetje visser vangt de grootste vissen, maar ook hij vangt wel eens bot. Zo ook Frits Visser. Dan slaat hij een flinke zwaardvis, en dan juist weer een oude schoen.

Vissen vangen
Het doel van Petri is om zoveel mogelijk vissen te vangen. Een vis levert een punt op en elke gevangen schoen een strafpunt. Klinkt eenvoudig, maar er zit een addertje onder het gras. De zee bestaat uit 25 kaartjes met de rug naar boven. Elke beurt gooi je met 2 dobbelstenen die bepalen welke vis jij moet vangen. De dobbelstenen bepalen het soort vis en de kleur.

Goed onthouden
Na het gooien met de dobbelstenen weet je welke vis jij moet vangen. Maar dan moet je het beestje nog zien te vinden. Dat doe je door een kaartje om te draaien. Is dat de juiste vis, dan is die voor jou. Zo niet, dan draai je het kaartje weer om en is de volgende speler aan de beurt. Wanneer je een schoen draait, dan is die meteen voor jou. Het is niet alleen zaak om te onthouden waar de vissen liggen, maar ook welke vissen je tegenspelers in het bezit hebben. Gooi je namelijk een combinatie waarvan de vis in het bezit is van een ander, dan mag je bij diegene vissen. Draai je de goede kaart om dan is die voor jou, is het de verkeerde dan is de beurt voorbij. Je kunt ook jokers dobbelen. Bij twee geworpen jokers moet je altijd in de zee vissen.

Conclusie
Petri is een alleraardigst memory-spelletje. Het is een kwestie van goed opletten welke vissen al zijn omgedraaid en wie welke vis in het bezit heeft. Het zou me niet verbazen als de jongere spelers het spelletje vaker van de volwassenen winnen dan andersom. Volwassenen zijn nou eenmaal snel afgeleid. Petri: een kort en bondig spelletje om je geheugen te trainen.