Koehandel
Door Astrid PaterOp een dag besluit je boer te worden. Je wilt veel geld verdienen met vee. Maar hoe pakje dat aan? Je vertrekt van de boerderij naar de veemarkt om daar op een slimme manier een zo waardevol mogelijke veestapel bij elkaar te verkrijgen. Op de veemarkt merk je al gauw dat het er serieus aan toe gaat. Er wordt geboden, er wordt gekocht en er wordt gebluft totdat alle dieren als kwartetten de veemarkt kunnen verlaten.
Startkapitaal
Je kunt natuurlijk niet met lege zakken naar de veemarkt, daarom krijg
je een startkapitaal van 2 blufkaarten (waarde 0), 4 kaarten van waarde 10 en
1 kaart met een waarde van 50. Gedurende het spel wordt het kapitaal uitgebreid.
Dit gebeurd wanneer een ezel wordt geveild. Tot vier keer toe komt er een hoger
geldbedrag in het spel, beginnende bij 50, 100, 200 en tot slot 500.
Veilen
en Koehandelen
Om te beginnen moeten de beesten van de veestapel
worden geveild. De bovenste kaart van de stapel wordt omgedraaid. Daarop zie je
de afbeelding van een dier en wat de waarde van een kwartet van dat soort op kan
leveren. De waarden lopen uiteen van 10 punten voor de gans tot 1000 punten voor
het paard. Er worden tien verschillende diersoorten op de markt aangeboden. De
veilmeester (de speler die aan de beurt is) brengt eerst een bod uit op het dier.
Vervolgens kunnen de medespelers om de beurt een opbod brengen. Dit gaat door
tot er geen hoger bedrag wordt geboden, of kan worden geboden. Je kunt hierbij
slim de prijs opdrijven, beetje bluffen, maar het bieden gaat wel open. Oftewel,
men weet wat men krijgt. De speler die het hoogste of laatste bod heeft uitgebracht,
mag het dier tot zijn veestapel toevoegen. Als alle dieren geveild zijn, is het
zaak om van de dieren kwartetten te vormen. Pas dan leveren ze punten op. Er gaat
gehandeld worden tussen de spelers. Ook dit gebeurd door het bieden van geld,
maar nu zit er een addertje onder het gras. De handel is nu tussen twee spelers
en er zijn twee mogelijkheden. Speler A wil van speler B een koe kopen. Speler
A legt omgekeerd een stapeltje geld op tafel, er wordt dus een gesloten bod gedaan.
Nu kan speler B gelijk het stapeltje geld aannemen, maar loopt daarbij het risico
dat zijn tegenspeler helemaal geen waardevol pak geld heeft neergelegd. Er zouden
dus allemaal blufkaarten kunnen liggen. Speler B kan nu met een gesloten bod een
tegenbod doen op een dier van de veestapel van speler A. De beide spelers draaien
hun geldstapeltje om, en degene die het hoogste bedrag op tafel heeft gelegd krijgt
tegen de betaling het beest van de andere speler. Is het bod gelijk, dan wordt
er door de spelers opnieuw geboden. Hebben de twee spelers elk 2 kaarten van het
kwartet, dan wordt er meteen om 2 kaarten gespeeld.
De
beste Koehandelaar
Wie de meeste punten bij elkaar weet te verzamelen,
wordt de best koehandelaar en de winnaar van het spel. Punten verzamel je door
kwartetten te vormen van de dieren. Hoe meer kwartetten je verzameld, hoe meer
punten je dit oplevert. Daarnaast leveren veel kwartetten je ook een hoge vermenigvuldigingsfactor
op. Stel je hebt 4 kwartetten die opgeteld een waarde van 1070 hebben, dan mag
je dit aantal nog met 4 vermenigvuldigen omdat je vier kwartetten hebt. Dat levert
je uiteindelijk een veestapel op met een waarde van 4280.
Conclusie
Koehandel is een leuk handelsspelletje. Zeker als het veilen voorbij is en
men begint met de handel. Men biedt een gesloten bod, men bluft, men handelt.
Je moet hierbij de medespelers in de gaten houden zodat je een beetje weet hoeveel
geld iedereen te verhandelen heeft. Na een aantal keer spelen, krijg je het steeds
beter in de gaten. Het spel is minder leuk om met zijn tweeën te spelen. Je weet
eigenlijk precies wat de tegenstander in zijn hand heeft, en als je het vaak met
elkaar speelt ken je elkaars tactieken op een gegeven moment ook wel. Koehandel
is een leuk spel om met tenminste 4 man aan te gaan zitten.
Uitgever: Ravensburger
Speelduur: 30 min.
Auteur: Rüdiger Koltze
Spelers: 2-5
Leeftijd: vanaf 10 jaar
Prijs: € 9,95