De Kathedraal
Door Jan Willem
Prior Philip van Kingsbridge wil de mooiste kathedraal van het land laten bouwen. Gelukkig zijn er getalenteerde bouwers die zich in zullen zetten om zijn wens in vervulling te laten gaan. Door het inzetten van arbeiders, het rekruteren van ambachtslieden en de hulp van de bouwmeesters zorgen zij ervoor zorgen dat er een prachtige kerk wordt gebouwd. Het is tijd voor het grootste bouwproject van de 12de eeuw!
Voorbereidingen
Het spel wordt gespeeld over zes rondes en elke ronde bestaat uit drie aparte fases. Elke ronde verdienen spelers grondstoffen die ze door middel van hun ambachtslieden kunnen omzetten in overwinningspunten. Wie aan het eind van het spel de meeste overwinningspunten heeft die wint het spel. Voor de allereerste ronde krijgt elke speler drie ambachtslieden (kaartjes), elf arbeiders (nette houten poppetjes) en drie bouwmeesters (lijken een beetje op houten brandweerpaaltjes). Daarnaast zet elke speler een houten schijfje op het goudspoor en één op het overwinningspuntenspoor. Alles ziet er netjes afgewerkt uit, met een mooie houten kathedraal (in stukken) en een mooi getekend bord als hoogtepunten.
Fase 1
Tijdens elke ronde komen vier nieuwe ambachtslieden in het spel, deze zijn alle vier al voorbepaald door het spel; dus elke keer dat je het speelt komen dezelfde ambachtslieden in dezelfde ronde terug. Deze nieuwe ambachtslieden zorgen voor betere ruilverhoudingen zodat je meer overwinningspunten krijgt voor je grondstoffen. Tijdens de eerste ronde mag elke speler om en om kiezen tussen het inzetten van arbeiders op het bord om aan grondstoffen te komen, of één van de nieuwe ambachtslieden kopen met goud. Alle arbeiders die niet ingezet worden voor grondstoffen gaan naar de “wolfabriek” en leveren daar één goud op voor de eigenaar.
Fase 2
Tijdens de tweede fase mogen alle spelers hun drie bouwmeesters inzetten op het bord. Er zijn voorbepaalde plaatsen op het bord waar ze mogen staan en de ene plek is de andere niet. Daarom worden de bouwmeesters in een blinde zak gedaan en één voor één getrokken. De eerste uit de zak mag als eerste ingezet worden maar moet dan wel zeven goud betalen. De eigenaar mag er ook voor kiezen om hem nog niet in te zetten en dat later alsnog kosteloos te doen, met het risico dat de goede plekken dan weg zijn. De tweede bouwmeester uit de zak mag voor zes goud ingezet worden, en zo verder. Zijn alle bouwmeester getrokken dan mogen de niet gekochte bouwmeesters dus kosteloos worden ingezet.
Fase 3
Alle plekken op het bord zijn genummerd en worden nu één voor één afgewerkt. Het begint met een gebeurtenis die voor iedereen geldt, goed of slecht. Daarna volgen zaken als de wolfabriek (1 goud voor iedere arbeider die hierin staat), het klooster (twee overwinningspunten voor een geplaatste bouwmeester) en de grondstoffenopbrengsten van de arbeiders. Vervolgens is er nog de belasting waarbij iedere speler goud kwijtraakt tenzij je een bouwmeester hebt die dat voorkomt. Je bouwmeester kan je twee tijdelijke arbeiders voor de volgende ronde bezorgen of ervoor zorgen dat je mag handelen op de markt, waarbij je grondstoffen kunt kopen of verkopen voor goud. Aan het eind van de ronde ruilen alle spelers hun behaalde grondstoffen, door middel van de ambachtslieden om in overwinningspunten en wordt er een houten kathedraaldeel geplaatst om aan te geven dat de ronde voorbij is.
Conclusie
In de spelregels staat dat de auteur houdt van spellen waarbij spelers veel beslissingsmogelijkheden hebben. Nou dan past dit spel prima in dat plaatje, want het is absoluut geen lichte kost. Vooral bij het plaatsen van de bouwmeesters heb je erg veel mogelijkheden en de meeste zijn best goed, dus wat is dan wijsheid. Doordat de ambachtslieden elke keer dat je het spel speelt precies in dezelfde volgorde voorbijkomen zit er een sterk leerelement in; je weet dat je bepaalde ambachtslieden kunt laten lopen omdat ze later nog een keer terugkomen. In de laatste ronde komen er nog een paar die je erg veel punten kunnen bezorgen en dat lijkt de enige manier om echt een gat te kunnen slaan met je tegenstanders. Tot die tijd blijft iedereen toch wel een beetje bij elkaar. Omdat je dan al zeker anderhalf uur aan het spelen bent vind ik die eerste vijf ronden maar slapjes. Met al die keuzes blijft het een hele poos leuk om te doen, maar doordat elke keer dezelfde ambachtslieden voorbij komen en het echt lang duurt (makkelijk meer dan twee uur) denk ik dat de lol er na een tijdje wel afgaat. Misschien iets voor een echte spellengek, maar geen luchtig familiespelletje…
Uitgever: 999 Games
Speelduur: 100 min.
Auteur: Michael Rieneck & Stefan Stadler
Spelers: 2-4
Leeftijd: vanaf 12 jaar
Prijs: -