De Torens van Babylon
Door Jan WillemDe torens van Babylon maakte de Citadel van Saladin legendarisch. Maar in 1193 overlijdt Saladin, de sultan van Babylon. De eens zo machtige torens worden verdedigd door de laatste dappere zwarte ridders, maar voor hoe lang nog? Wie overwint de Citadel en wordt de nieuwe koning van Babylon?
Het speelbord en de kaarten
Het eerste dat opvalt als het spel uit de doos komt is het speelbord.
Het duurt even voordat de stukken op de juiste plaats liggen en daarbij
heb je een flinke tafel nodig. Zes kastelen staren de spelers aan langs
de rand van een achthoekig bord met in het midden de Citadel. Iedere
speler betrekt een kasteel en begint het spel met zes ridders (houten
pionnen) op het bord en een prinseskaart in de hand. Er zijn dus evenveel
prinseskaarten in het spel als er spelers zijn. Elk fort op het bord
heeft een oase eraan vast en verder zijn er vaste routes met vakjes
op het bord waarover de ridders kunnen lopen. Er zijn tijdens het spel
ook kroonkaarten te verdienen, dit kunnen zowel aanvalskaarten (geeft
een speler meer kans een gevecht te winnen), actiekaarten (kanskaart
die direct uitgevoerd moet worden) en special items (met extra mogelijkheden)
zijn. Kroonkaarten kun je krijgen door de speciale "kroonvelden"
te bezetten met een ridder of door te strijden tegen vijandige ridders.
Elke speler mag nooit meer dan vijf kroonkaarten in zijn hand hebben.
Alle kaarten hebben ook nog een waarde, die varieert van 0 tot 14 punten.
Dit is alleen belangrijk omdat een speler ook via deze kaarten het spel
kan winnen.
Eropuit met de ridders
Elke keer als een speler aan de beurt is, mag hij eerst nieuwe ridders
in zijn kasteel plaatsen. Dit mag naar gelang zijn ridders oases bezetten,
per bezette oase één nieuwe ridder tot een maximum van
twee. Als een speler geen ridder op een oase heeft, krijgt hij ook geen
nieuwe ridders. Daarna mag hij zijn ridders verplaatsen langs de paden
op het bord, in totaal vijf, zes of zeven stappen wederom naar gelang
het aantal oases. Er zijn drie manieren voor een ridder om te duelleren
met een vijandige ridder, namelijk buiten een fort, tijdens een aanval
op een vijandig fort en tijdens een aanval op de citadel. Bij gevechten
buiten een fort moeten beide betrokken spelers één dobbelsteen
gooien, de hoogste wint. Was dit een gevecht om een kroonveld dan krijgt
de winnaar een kroonkaart van de dichte stapel. Bij een gevecht tegen
een vijandig fort gooit de verdediger met twee dobbelstenen, wint de
aanvaller dan mag hij een kroonkaart trekken bij de verdediger (en kan
hij dus een prinses stelen). Strijdt een speler tegen de Citadel, dan
mag in eerste instantie de verdediger gooien met drie dobbelstenen.
Wint de aanvaller, dan neemt hij de plaats in van een verdediger en
krijgt hij de volgende keer maar twee verdedigers tegenover zich. Als
hij drie verdedigers heeft verslagen, heeft hij de Citadel veroverd.
Wanneer win je nu?
Er zijn twee manieren om het spel te winnen, namelijk door eerst twee
prinseskaarten te bezitten en daarna de Citadel te veroveren, of door
meer dan 50 punten aan kroonkaarten te bezitten. Op zich klinkt de tweede
manier eenvoudiger, maar omdat je maar vijf kaarten in je hand mag hebben
en omdat er relatief weinig kaarten zijn van 10 punten of meer is ook
die optie minstens zo moeilijk.
Conclusie
Het spel lijkt nog niet helemaal uitgetest. Zo zitten er wat tegenstrijdigheden
tussen de spelregels en de tekst op de kaarten. Verder kan het (vooral
met meer spelers) vrij eenvoudig gebeuren dat één speler
zijn oase kwijtraakt en met een beetje pech gewoon geen ridders meer
overhoudt. Zover ik kan beoordelen ligt die speler dan vroegtijdig uit
het spel, niet een spelelement dat ik over het algemeen kan waarderen.
Bij vijf spelers kan het bord niet zo worden verdeeld dat iedereen evenveel
last van elkaar heeft en daarom is het spel eigenlijk alleen voor drie,
vier of zes spelers. Ook het duelleren met één dobbelsteen
(met bijbehorende geluksfactor) is niet de meest uitgewerkte spelvorm.
Tel daar een flinke speelduur bij op en je zit met een flinke taaie
middag. Misschien heb ik het spel nog niet vaak genoeg gespeeld om alle
mogelijkheden te zien, maar alle genoemde factoren en de ervaringen
uit het verleden moedigen mij niet aan om het nog een paar keer te proberen.
Daarvoor zijn er teveel leukere spellen die op me wachten vrees ik.
Uitgever: Spel-Maker
Speelduur: 75 min.
Auteur: Bas Kesting
Spelers: 3-6
Leeftijd: vanaf 8 jaar
Prijs: € 24,95