Grusel-Wusel
Door Astrid Pater
Met Halloween is maar een ding echt belangrijk: snoep scoren. Verkleden en mensen aan het schrikken maken is bijzaak. Met een uitgeholde pompoen gaan de kids op stap om zoveel mogelijk snoep te verzamelen. En het kind met de meeste snoepjes is natuurlijk het coolst.
Verschillende pompoenen
In Grusel-Wusel wordt er gedobbeld om snoep. Maar eerst worden alle
pompoenkaarten evenredig over de spelers verdeeld. Op de pompoenkaarten
staan, jawel, pompoenen. Deze lijken er op het eerste oog hetzelfde
uit te zien, maar verschillen van elkaar op een aantal punten. Het steeltje
van de pompoen staat naar links of rechts, de pompoen lacht of kijkt
boos en ten slotte verschillen de kleuren van de ogen en mond (geel
of oranje). Verschillen die van groot belang zijn voor de rest van het
spel.
Dobbelen om snoep
Zoals gezegd wordt er gedobbeld om snoep. De speler die aan de beurt
is gooit de 8 dobbelstenen met pompoenopdruk op tafel en draait de zandloper
om. Spelers gaan nu kijken of de pompoenkaarten overeenkomen met de
gegooide dobbelstenen. Zodra je een dobbelsteen ziet die overeenkomt
met een van je eigen kaarten, pak je de dobbelsteen en de kaart en geeft
die aan een van je buren. Deze controleert of je het bij het rechte
eind hebt. Zo niet, dan krijg je kaart en dobbelsteen terug anders moet
je buur de kaart houden. De speler gooit de dobbelsteen vervolgens opnieuw
in het midden van de tafel. Als een speler een kaart aan het controleren
is, mag hij nooit een tweede kaart ter controle krijgen. Je hebt twee
buren, en anders moet je even wachten.
Kaarten tellen
De ronde duurt totdat de zandloper leeg is. Daarna worden de kaarten
geteld. Met spelers die meer kaarten hebben dan waarmee ze zijn begonnen,
gebeurt niks. Spelers die minder kaarten hebben, krijgen zoveel snoepjes
als dat ze kaarten minder hebben dan bij aanvang van de ronde. Van tevoren
spreek je af hoeveel ronden er worden gespeeld (bijvoorbeeld iedere
speler is 1 of 2 keer startspeler). De speler die aan het einde van
het spel de meeste snoepjes heeft, wint het spel.
Conclusie
Grusel-Wusel is niet een briljant spel. Al gauw krijg je verwarring
en onenigheid wie als eerste aan een speler de controlekaart heeft aangeboden.
Niemand let meer echt op en de zandloper is al eeuwen leeg voordat een
speler het doorheeft. Het idee is misschien leuk bedacht, maar in de
uitwerking schiet het spel tekort. Het levert eerder frustraties en
irritaties op dan spelplezier. En dat kan toch de bedoeling niet zijn.
Grusel-Wusel kun je lekker aan je voorbij laten gaan. Kleine kaartspellen
genoeg die wel leuk zijn.
Uitgever: Gold Sieber
Speelduur: 20-30 min.
Auteur: Oliver Igelhaut
Spelers: 3-6
Leeftijd: 8+
Prijs: -